|
| Gevolgen van de Kruistochten |
Met de verovering van Acre door Islamitische krachten in 1291, verliest het Christendom zijn laatste bolwerk in het Oosten en komt de tijd van de Kruistochten tot een einde. Weinigen in Europa betreuren dit, mede daar het intensieve contact met de Islamitische en Byzantijnse culturen de Europese beschaving sterk heeft verrijkt. De Venetianen verfijnden de kunst van het glas-blazen dat ze hadden gezien in Tyrus. De Fransen begonnen met zijdeteelt, het kweken van zijderupsen en de productie van stoffen in de tradities van het Oosten. Pruimenbomen uit Damaskus en suikerriet uit Tripolis werden geplant. Kaneel, kruidnagel en nootmuskaat gaf een frisse smaak aan de nogal eentonige Europese keuken en zelfs de genoegens van het Turkse bad werden steeds meer gewaardeerd in Europa.
De Europese adel had hun rijkdom verloren aan de Kruistochten. Om de expedities naar het Oosten te kunnen financieren, hadden velen hun privileges aan de steden verkocht en hun slaven toegestaan hun vrijheid te kopen. De steden waren groter en machtiger en de burgers hadden hun zelfvertrouwen gewonnen. Geld en vrije markten vervingen nu de traditionele uitwisseling van goederen en diensten. Succesvolle zakenmannen genoten hetzelfde aanzien als de adel voorheen. |
|
